Het verschil tussen ‘fake’ en ‘echte’ plug-inhybrides


Plug-inhybrides ofte PHEV’s kunnen op papier bijzonder interessant lijken, maar je kunt maar beter het onderscheid kennen tussen de ‘fake’ en de ‘echte’. Het is dubbel uitkijken met opties die de CO2-uitstoot beïnvloeden, maar ook met tweedehandsauto’s van 2018.

Dat het al jaar en dag goed gaat met de verkoop van plug-inhybrides in België is vooral te danken aan hun hoge fiscale aftrekbaarheid. Voor zover het ‘echte’ plug-inhybrides betreft, zal hun succes in 2020 nog aangewakkerd worden, nu ook de eenmanszaken en vrije beroepen de nieuwe fiscale regels volgen. Die vertalen zich immers in een aftrekbaarheid van wel 100% - te vergelijken met tussen 60 en 70% voor de meeste gewone voertuigen.

In Vlaanderen betaal je bovendien – tot nader order – geen belasting op inverkeerstelling (BIV) noch verkeersbelasting als je hem op je bedrijf of als natuurlijke persoon inschrijft. In Wallonië en Brussel wordt nog steeds de oude formule gehanteerd, net als voor de leasingmaatschappijen. Die formule houdt helaas geen rekening met de CO2-uitstoot, maar met de motorinhoud en het vermogen. Vooral bij krachtige hybrides met grote motoren kunnen de verschillen tussen Vlaanderen en de rest fors oplopen.

Van 95 tot 100%
Maar zelfs zonder BIV- en verkeersbelastingvoordeel zijn ‘echte’ plug-inhybrides interessanter dan ooit. Over het hele land geldt dezelfde gunstmaatregel voor de fiscale aftrekbaarheid, het voordeel van alle aard en de CO2-bijdrage. Er zijn twee voorwaarden om tot de ‘club der echten’ te behoren: minder dan 50 g/km CO2 uitstoten en per 0,45 kWh batterijcapaciteit minder dan 100 kilogram aan totaal voertuiggewicht moeten meezeulen. Met andere woorden: als je de het aantal kWh van de batterij deelt door het voertuiggewicht in kilogram en dat vermenigvuldigt met 100, dan moet het getal groter zijn dan 0,45.

Is aan beide voorwaarden voldaan, dan zijn alle voertuigkosten – van afschrijving en brandstof (ook de stroom) over onderhoud en banden tot verzekering – aftrekbaar voor een percentage dat varieert tussen 95 en 100%, naargelang van de CO2-uitstoot. In het andere geval wordt voor de fiscale aftrekbaarheid – en ook voor het voordeel van alle aard – gekeken naar de CO2-uitstoot van het conventionele model waarvan de plug-inhybride variant is afgeleid. Bestaat die niet, dan wordt de CO2-uitstoot vermenigvuldigd met 2,5.

Enkele voorbeelden. De nieuwe Mini Countryman in plug-inhybrideversie stoot officieel 43 g/km CO2 uit. Zijn batterij is 9.6 kWh groot en het voertuig weegt 1.775 kilogram. De verhouding tussen beide levert het getal 0,54 op, wat dus meer is dan de vereiste 0,45. De fiscale aftrekbaarheid bedraagt hier 99,58%. De Volvo XC90 T8 Twin Engine kreeg voor modeljaar 2020 een grotere batterij en voldoet daardoor opnieuw aan de criteria om als echte plug-inhybride beschouwd te worden. Met de optionele 21- of 22-duimvelgen stijgt zijn CO2-uitstoot echter boven de 50 g/km-drempel en valt hij alsnog in de categorie van de fake hybrides. Er bestaat een conventionele benzineversie (B6 AWD), dus wordt voor de plug-inhybride met de grotere banden dezelfde CO2-uitstoot gehanteerd. Die bedraagt 174 g/km. In het geval van de Range Rover P400e, die sowieso ‘fake’ is door zijn hoge CO2-uitstoot, is er geen standaardbenzineversie, dus wordt de werkelijke CO2-uitstoot van 72 g/km vermenigvuldigd met 2,5, wat een waarde van 180 g/km oplevert. Beide premium SUV’s zijn daardoor slechts aftrekbaar voor 50%.

Vreemde effecten
Met de herziene berekening van de fiscale aftrekbaarheid, die op 1 januari 2020 van kracht werd, ging ook een nieuwe regel gepaard rond de aftrekbaarheid van brandstof. Die was tot voor kort forfaitair 75%, maar varieert nu ook volgens het aftrekpercentage van het voertuig. Dat betekent dat de benzine of diesel die je tankt met een echte plug-inhybride voor 95 à 100% aftrekbaar is, terwijl diezelfde benzine of diesel in een gewone auto in het slechtste geval slechts voor 40% in rekening kan worden gebracht.

Je kunt dus bezwaarlijk zeggen dat plug-inhybriderijders fiscaal gestimuleerd worden om hun auto in te pluggen. Wie met een lege batterij rondrijdt, vervijfvoudigt vaak het officiële brandstofverbruik, dat rond de anderhalve liter per honderd kilometer ligt. De brandstofkosten van deze PHEV – in dit geval al snel 8 l/100 km – blijven onverminderd fiscaal aftrekbaar, terwijl dat niet het geval is voor een auto met een gewone verbrandingsmotor die evenveel (of misschien zelfs minder) verbruikt.

Nog een ‘neveneffect’ is dat opties die een invloed hebben op het verbruik van de auto, omdat ze het gewicht, de rolweerstand en/of de stroomlijn beïnvloeden, de auto in kwestie over de drempel van 50 g/km kunnen duwen. Dat is het geval bij de Volvo XC60 T8. De versies met ‘normale’ banden zijn safe, maar kies je voor erg grote velgen met bijhorend schoeisel, dan is dezelfde auto plots een ‘fake’ hybride…

Opgelet voor tweedehands

De regel om het onderscheid te maken tussen ‘fake’ en ‘real’ werd van kracht op 1 januari 2018. Mensen die echter hun plug-inhybride besteld hadden voor 31 december 2017 kregen de garantie dat hun auto zijn gunstige fiscale aftrekbaarheid zou behouden tot het einde van het leasecontract of tot de auto verkocht zou worden.

En daarin schuilt een reëel gevaar. Koop je vandaag een auto die voor zijn eerste eigenaar wél nog een gunstregime genoot, maar vandaag als fake hybride wordt beschouwd, dan ben je eraan voor de moeite. Zodra het voertuig van eigenaar verandert, volgt hij de nieuwe spelregels. Voorbeelden zijn de eerste generatie van de BMW 225xe Active Tourer, de Mini Countryman Cooper SE All4, de Mercedes C 350e en GLC 350e, alsook de eerste en huidige generatie van de Porsche Cayenne en Panamera E-Hybrid, de Range Rover Sport P400e en de Volvo XC90 T8.

Om er zeker van te zijn dat je geen fake hybride koopt en een dure fout maakt, neem vrijblijvend contact op met Car-Matchers voor advies.


Contact

Car-Matchers/Words in Gear BV
Tweelingenstraat 74 bus 202
2018 Antwerpen (België)

Sociale media